'S. zit adressen te schrijven. En ik praat met jou. Het is rustig. Het is goed zo.' Ik heb G. aan de telefoon. Ze bereidt zich voor op haar zelfgekozen dood. Of eigenlijk is ze al klaar, en heeft ze nog een beetje tijd over. Morgenochtend komt de arts met het verlossende middel. Daarover zegt ze: 'Je krijgt die lach niet van mijn gezicht.'
Al elf maanden is ze aan het bewijzen dat het haar menens is. Als ze had geweten dat het zo lang zou duren, weet ik niet of ze het volgehouden had. De ene arts na de andere psychiater moest er iets van vinden. Soms lag de procedure stil door een vakantie, maar haar pijn ratelde gewoon door. 'Ik wil het mooie weer niet meer meemaken, dan moet het echt klaar zijn.' Een paar maanden later moest ze bijstellen: 'Dan mijn verjaardag niet meer.' Maar we knuffelen voorzichtig haar kapotte lijf en heffen het glas: toch jarig, toch mooi weer, en geen eind in zicht. 54 is ze.
Als je haar ontmoet, springt de levenslust op je schouders. Haar ogen glimmen, haar lichaam danst, zelfs nu ze nauwelijks meer kan bewegen. Voor alles wat ze moet inleveren, zoekt ze nieuw geluk, zoals nu het kijken naar Hollandse luchten en overtrekkende ganzen - 'Zie je die snavels heen en weer gaan?' Op bed dirigeert ze een heel orkest door Griegs Morgenstimmung; als haar armen echt niet meer willen, dan toch nog in gedachten.
Van alles houdt ze nog het meest van mensen. En wie in haar hart zit, mag zich veilig weten. Als ze haar dronken vader de andere wang toekeerde, kon haar moeder even uitblazen. Haar S. bevrijdde ze uit een zwart spinnenweb, en gaf ze nieuwe moed: mee jij, naar de mooie kanten van het leven, er is zoveel! Natuur, theater, muziek! De kinderen op school zagen haar, omdat zij hen zag. En nu zij zelf niet meer kan zingen, vindt ze het des te belangrijker dat ik het doe.
Haar laatste weken vulde ze met ontspullen. 'Dit kan wel in jullie verkleedkist. Dit is voor die, dit blijft hier en kijk, dit kompas: ideaal als jullie weer gaan kamperen. Ha! Ik zie jullie er al mee door de bossen trekken!' Ze moest er hard om lachen. Net als toen ik vol trots vertelde hoe ik een keurige 70+ vrouw in een mistige coffeeshop 5 gram Maroc zag bestellen - mijn lieve moeder, wiet tegen G.'s pijn.
Samen bedachten we de dienst. Voor elk van haar naasten koos ze een lied, ze tekende de voorkant van haar rouwkaart en regelde in het geheim dat er bloemen zullen worden bezorgd na haar overlijden.
En nu is het bijna zover.
'Je weet wat ik heb gezegd: richt je altijd naar het licht. Dan zie je de oplossing. Dan komt het goed.'
Ik kan alleen maar ophangen.
Comments